Natuurinclusiviteit is een begrip dat steeds vaker opduikt in discussies over de gebouwde omgeving. Het klinkt aantrekkelijk en duurzaam, en wordt daardoor te pas en te onpas gebruikt. Maar wat betekent het nu écht? En welke rol speelt natuurinclusiviteit binnen de bouwsector?
In deze speciale editie van Roofs (april 2025) willen we verder kijken dan de oppervlakkige toepassing van het begrip. Natuurinclusiviteit is veel meer dan het plaatsen van een paar nestkastjes of een groendak. Het gaat om een fundamentele herwaardering van hoe we bouwen en ontwikkelen, met de natuur als volwaardige en onmisbare speler in het proces. De gebouwde omgeving en de natuurlijke omgeving mogen geen tegenpolen meer zijn; ze moeten elkaar versterken.
Een integraal onderdeel van duurzaam bouwen
De roep om natuurinclusiviteit komt niet uit het niets. De biodiversiteit staat onder druk, en klimaatverandering vraagt om een veerkrachtige leefomgeving. Tegelijkertijd worden de duurzaamheidsambities in de bouw steeds concreter, mede onder invloed van certificeringssystemen zoals BREEAM-NL en LEED, die natuurinclusieve maatregelen steeds zwaarder laten meewegen. Binnen BREEAM-NL wordt in de categorie ‘Landgebruik en Ecologie’ nadrukkelijk aandacht besteed aan duurzaam land- en bodemgebruik, habitatbescherming en het creëren en verbeteren van biodiversiteit op de lange termijn. Dit omvat onder andere het hergebruik van eerder ontwikkelde gronden en het beschermen en verbeteren van ecologische waarden.
Het hele artikel uit Roofs lezen?
Download het artikel hieronder of lees het online (Roofs 2025 – editie april)!