Een gezonde en veilige, groene leefomgeving is belangrijk voor ons allemaal. We weten allemaal dat we de natuur om ons heen hard nodig hebben en dat we niet zonder kunnen. We bouwen om onszelf te beschermen tegen koude, neerslag, storm, zonneschijn. We bouwen om een eigen plek te hebben, schoon en zonder ongedierte. We bouwen dus om onszelf te beschermen tegen de natuur. Helaas doen we dit nu vaak nog ten koste van de natuur. We gebruiken materialen, energie en ruimte. Dit is, of in ieder geval wás, een lineair proces waar de natuur weinig voor terugkrijgt, waarbij de mens wereldwijd de overhand krijgt en de natuur terugdringt. Maar tijden veranderen en daarmee inzichten: we kunnen niet alleen maar bouwen om onszelf te beschermen tegen de natuur. We moeten veel meer rekening houden met die natuur en deze beschermen. Doen we dit onvoldoende, dan zullen de negatieve gevolgen voor zowel de mens als de natuur snel toenemen. Gelukkig is op veel vlakken inmiddels een beweging gaande. De energietransitie, het beschermen van de biodiversiteit, veranderende mobiliteitsvormen, aanpassingen in de leefomgeving aan het veranderende klimaat, circulaire materiaalstromen. Het zijn zijn allemaal onderwerpen waarbij we er met elkaar steeds beter in slagen om niet tégen de natuur, maar om juist in symbiose mét de natuur te bouwen.
De tijd dat het merendeel van de daken (en gevels) bewegingsloos naar boven staart met alleen als belangrijkste doel waterdicht te zijn, is wat mij betreft voorgoed ten einde. Dergelijke ‘passieve daken’ zullen voorlopig nog wel aanwezig zijn, maar het wordt uiteindelijk de uitzondering die de regel bevestigt. De vraag is vervolgens: wat moeten we doen om in langdurige samenhang met de natuur te bouwen. Hoe komen we tot gebouwen die niet een harde scheidslijn zijn tussen mens en de natuurlijke leefomgeving? Hoe bereiken we dat gebouw en natuur elkaar omarmen, samenwerken en elkaar versterken?