Weet u nog wat er rond 2010 in de wereld gebeurde? Nederland werd 2de op het WK voetbal in Zuid-Afrika (vooral dankzij de teen van Cassilas). Jan-Peter Balkenende was premier van Nederland. We hadden 2 jaar achter elkaar een witte kerst. Alberto Contador won de Tour de France. In het Verenigd Koninkrijk wordt een raadgevend referendum gehouden, resulterend in Brexit. De naam Postbank wordt veranderd in ING bank. Dit alles voelt voor mij allemaal ver weg, maar het is nog maar 10 jaar geleden.
Weet u nog wat er rond 2010 in ons vakgebied gebeurde? Casaron is (pas) net afgeschaft. Veel gemeenten en organisaties zijn bezig met bezuinigingen. Participatie is dé oplossing van alle problemen in de buitenruimte. Het moderniseren van de inrichting van de buitenruimte (omvormingen t.b.v. bezuinigingen) vindt volop plaats. De beeldsystematiek is landelijk geïmplementeerd en we zetten de eerste stappen naar prestatie- en effectbestekken. De belangrijke inhoudelijke thema’s zijn kwaliteitsniveaus vastleggen, de inrichting verbeteren, de rol van SW-bedrijven (die bestonden nog) beschrijven en implementeren, het systeem van kapvergunningen verbeteren en vereenvoudigen, restgroen en duurzaamheid (gericht op gezond milieu, fijnstof en SROI). Ook dat voelt al lang geleden.
Zie hoe de wereld en ons vakgebied in 10 jaar enorm is veranderd. Hoe de politiek, overheid, de maatschappij en de publieke opinie is veranderd. Maar in die periode willen en kunnen we de inrichting van de publieke ruimte niet helemaal op zijn kop zetten. Een tijd waar de rol van de bewoner niet weg te denken is (inspraak, social media, meewerken). Een tijd waarin klimaatadaptatie, ziekten en plagen, biodiversiteit en invasieve soorten de actuele onderwerpen zijn. Waar verharding verdwijnt, waar groen een bron is van verkoeling, opvang (piek)regenwater, diversiteit en een prettige leefomgeving. Mijn conclusie: de publieke ruimte wordt naar eer en geweten naar huidige standaarden ingericht, maar kan de verandering van wensen en eisen in de tijd, maatschappij en politiek niet weerstaan. De oplossing? Die ligt bij de beheerder van de publieke ruimte.
Na aanleg van een publieke ruimte willen we die zo lang mogelijk in stand houden. Vaak wordt 25 jaar als richtlijn genoemd, maar de praktijk is veel complexer. Verschillende elementen (beheergroepen), verschil in gebruik en verschil in prestatie en conditie van elementen zorgt voor een mix van levenscycli in de publieke ruimte. Een intensief gebruikt speeltoestel is na 15 jaar afgeschreven. Verharding kan met enkele opknapbeurten 40 jaar mee (afhankelijk van riolering ondergronds). Bomen worden juist steeds meer waard na verloop van tijd, als ze volwassen worden. Die presteren dan immers het beste op het gebied van verkoeling, CO2-opname en op beleving. Eén levenscyclus voor de integrale publieke ruimte is er dus niet. Wat kan de beheerder dan doen? Nee, ook de beheerder heeft geen glazen bol. In het dagelijkse werk wordt aanspraak gemaakt op het vak en vakmanschap van de beheerder. Na aanleg van de publieke ruimte is de beheerder, in alle jaren van verandering en verschillende levenscycli, dé aangewezen persoon om de publieke ruimte geschikt te houden voor het (veilig) gebruik dat gevraagd wordt.
De beheerder signaleert als eerste professional het verschil tussen de huidige inrichting en de wens van de gebruiker. De beheerder start de discussie (al dan niet op verzoek van een gebruiker) met andere gebruikers en professionals om de situatie te bespreken en de inschatting van probleem en oplossingen te bepalen. De beheerder is als een spin in het web, verbindend tussen ontwerper, inhoudelijk specialisten (beplanting, klimaat, verkeer etc.) en de gebruiker(s).
Met alleen overleggen komen we er niet, er moeten resultaten worden behaald. Het beheervak is daarbij het fundament, resultaten uit het verleden waar je op kan vertrouwen. Maar maak ook gebruik van nieuwe, moderne technieken om inzicht te krijgen in de situatie. Er is vaak heel veel informatie (data) beschikbaar. Kijk wat die informatie zegt over de situatie: de reden van het probleem, maar wellicht ook een oplossing kan zich daarbij aandienen. De houding van de beheerder is essentieel om resultaat te behalen. Het is lang niet altijd duidelijk wat de (beste) oplossing is. Probeer oplossingen gewoon uit, desnoods kleinschalig, om te kijken of het probleem wordt opgelost. Alleen al de bereidheid iets te proberen leidt tot begrip en waardering van gebruikers. De beheerder is de nieuwste innovator in de publieke ruimte.
De beheerder is ontegenzeggelijk de spin in het web van de publieke ruimte, die zorg draagt dat de publieke ruimte optimaal functioneert als prettige woon-, leef- en werkomgeving. Hiervoor zijn kennis, ervaring én ambitieuze beheerders nodig. De oproep aan Nederland: willen alle (potentiële) beheerders opstaan. Ga staan voor ons beheervak!
Dit artikel is ook terug te lezen in het digitale magazine van Biind, special beheer.